1 februari-column deltacommissaris

In verband met de herdenking van de watersnood van 1953 heeft deltacommissaris Wim Kuijken een column geschreven.

Vandaag, 1 februari 2011, wordt de watersnoodramp van 1953 op diverse plaatsen in ons land herdacht en in het bijzonder op Schouwen-Duiveland, bij het Nationaal Monument en het indrukwekkende Watersnoodmuseum. Een jaar geleden begon ik daar mijn werk als deltacommissaris. Ik ben er ook vandaag aanwezig. De watersnood van 1953 kostte meer dan 1.830 mensen het leven. Dat we er alles aan moeten doen om zo’n immense ramp te voorkomen, daar zijn we het allemaal over eens.

Hoe belangrijk dat is, zien we tot op de dag van vandaag aan de situaties in heel veel andere landen. Van Australië tot Brazilië, van Hongarije tot België. In Nederland kunnen we ons geen risico’s permitteren. Nederland is als een laaggelegen, welvarende en dichtbevolkte delta kwetsbaar voor overstromingen. We kunnen ons geen onnodige risico’s permitteren. Onze economische motor ligt in overstroombaar gebied en daar wonen 9 miljoen mensen. Als er een overstroming plaatsvindt, zijn het leed en de schade, ook economisch, niet te overzien.

Nederland is sinds de bouw van de Deltawerken in de tweede helft van de vorige eeuw de best beveiligde delta ter wereld. Daar mogen we trots op zijn. Nederland is beroemd vanwege de waterbouw. Alleen door te blijven investeren in onze delta, houden we de zekerheid dat wij en onze kinderen veilig in ons mooie land kunnen blijven wonen en werken. De bevolking is de afgelopen decennia flink gegroeid en de economische waarde van ons land is door de gestegen welvaart toegenomen. Onze veiligheidsnormen moeten op enkele plaatsen waarschijnlijk aangescherpt worden. Daar wordt op dit moment onderzoek naar verricht. En de dijken zijn nog niet allemaal op sterkte, zo laat de APK-keuring van de waterschappen zien. Dat weten we.

Er is meer. De afgelopen eeuw is de bodem gedaald, de zeespiegel is gestegen en het is warmer geworden. Dat meten we. We moeten er bij de inrichting van ons land rekening mee houden dat er hevigere buien voorkomen. Nattere perioden hebben effect op de rivierafvoeren. We zagen het deze winter weer. En ’s zomers kan het juist droger worden, waardoor de zoetwatervoorziening in het geding is, zoals in 2003. Laag water levert ook problemen op. Onvoldoende beveiliging tegen water kan buitenlandse investeerders afschrikken. Droogte en verzilting veroorzaken ook schade aan de economie, met name aan onze agrarische sector.

Daarom is het ook zo belangrijk dat dit kabinet en staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu Joop Atsma in het bijzonder ‘Water’ en onze delta als economisch topgebied en waterveiligheid tot speerpunt van zijn beleid heeft gemaakt. Joop Atsma heeft aangekondigd dit jaar de veiligheidsopgave voor de toekomst te presenteren en daarbij ook inzicht te geven in de benodigde middelen. Dat is heel goed. Die helderheid is belangrijk voor de te maken politieke keuzes. We weten dan wat ons te doen staat. We zijn in het verleden een paar keer verrast. Sinds kort worden jaarlijks de benodigde maatregelen en voorzieningen voorgesteld om onze veiligheid en watervoorziening nu en in de toekomst goed te kunnen regelen. Dat gebeurt in het Deltaprogramma, het Deltaplan nieuwe stijl. Er komt ook een Deltafonds met tenminste 1 miljard euro per jaar vanaf 2020. Het deltaprogramma is ook een economisch programma. En de Deltawet, die in behandeling is bij de Tweede Kamer, legt dit allemaal wettelijk vast. Zo werken we vooruit.

Vandaag, 1 februari, is een dag waarbij we terugblikken, maar ook vooruitblikken. We verbinden het verleden met het heden en de toekomst. Het was in 1953 bekend dat de dijken verzwakt waren. Er werden andere prioriteiten gesteld. Pas ná de bijna-overstromingen van de rivieren in 1993 en 1995 werden de programma’s ‘Ruimte voor de Rivier’ en de ‘Maaswerken’ gestart. We hebben door wat we nu weten en meten de komende tijd de gelegenheid belangrijke keuzes te maken om een volgende ramp voor te zijn of te wel goed voorbereid te zijn op onze toekomst. Verzaak niet, er moet altijd bij voorrang gewerkt worden aan het behoud van onze delta, ons land. Er is werk te doen.

Wim Kuijken, Regeringscommissaris voor het Deltaprogramma