Urgentie om tempo te maken met klimaatadaptatie in de stad
Op 7 juni gaf de deltacommissaris de aftrap voor het Breed Beraad van het Forum voor Stedelijke Vernieuwing, met als thema ‘klimaatadaptatie’. Dit kon niet beter zijn gekozen, omdat in de weken ervoor de urgentie om goed voorbereid te zijn op klimaatadaptatie in Nederland heel duidelijk naar voren kwam. Zuidoost en Oost Nederland hadden in die periode veel last van de hevige, korte buien, met veel schade en overlast tot gevolg. Hevige buien zullen in de toekomst vaker voorkomen, aldus het KNMI. Dit past bn de te verwachte klimaatsverandering. Zaak dus om hierop goed voorbereid te zijn.
Wim Kuijken gaf in zijn opening aan dat de urgentie om met klimaatadaptatie aan de slag te gaan nu aanwezig is. “Daarom hebben we in 2014 de deltabeslissing Ruimtelijke Adaptatie genomen , met de ambitie dat Nederland in 2050 klimaatbestendig en waterrobuust is ingericht.” Ruimtelijke Adaptatie is hiermee, naast waterveiligheid en waterbeschikbaarheid, een volwaardige derde pijler van het Deltaprogramma. “Het is van groot belang dat we uiteindelijk de extremen van het veranderende weer in onze steden en dorpen kunnen opvangen. Er gebeurt al het nodige in bijvoorbeeld Amsterdam, Rotterdam en Twente, maar er moet echt nog wel een tandje bij. De hamvraag is: hoe kunnen we het organiserend vermogen zodanig versterken dat op tijd de goede afwegingen worden gemaakt en er daadwerkelijk maatregelen worden getroffen?”
Vervolgens volgden drie inleiders. Kees Christiaanse hoogleraar aan de ETH Zurich, gaf een korte toelichting op ‘resilient urban design.’ Er werden voorbeelden van over de hele wereld getoond om steden meer veerkrachtig en klimaatadaptief te maken. Daarna volgde Han Meyer, hoogleraar stedenbouwkunde TU Delft. Hij ging in op de adaptieve Deltametropool, met als casus de regio Rotterdam. Hij pleitte voor een grotere verbondenheid tussen adaptief deltamanagement, economische transitie en de metropoolvorming in deze regio. Tot slot was het woord aan Roelof Bleker, dijkgraaf van Waterschap Rivierenland. Zijn bijdrage onder de titel ‘ Klimaat als Kans’ was gericht op de mogelijkheden die klimaatadaptatie biedt om steden en dorpen niet alleen voor te bereiden op klimaatverandering, maar hierbij ook nog eens kwaliteit toe te voegen aan de stedelijke ruimte.
In de hierop volgende discussie werd al snel gedeeld dat op het niveau van te nemen maatregelen en te plegen ruimtelijke ingrepen al heel veel bekend is. De uitdaging zit veel meer in het grootschaliger van de grond krijgen van het daadwerkelijk toepassen van deze maatregelen en ruimtelijke ingrepen. Het beter doordenken van de achterliggende financieringsmechanismen is hiervoor van belang, maar partijen gaven ook aan behoefte te hebben aan een ‘stip aan de horizon’ – van de overheden –, als legitimatie om klimaatadaptieve maatregelen te nemen. Het creëren van een ‘nieuw momentum’ rond ruimtelijke adaptatie zou hierbij erg kunnen helpen.