Evaluatie Deltawet: samenwerking partners Deltaprogramma succesvol
De samenwerking die de waterschappen, gemeenten, provincies en de Rijksoverheid in het kader van het Deltaprogramma hebben neergezet functioneert “zeer goed, grotendeels conform de hoge verwachtingen en ambities van de wetgever”. Tot dit oordeel komt de onafhankelijke commissie die onder leiding van Peter Veld (ABDTOPconsult) de werking van de Deltawet heeft geëvalueerd. Deze commissie constateert ook dat aanpassing van de Deltawet op dit moment niet nodig is.
Deltacommissaris Wim Kuijken is blij met de uitkomsten van de evaluatie: “We hebben de afgelopen zes jaar hard gewerkt in het Deltaprogramma. De bevestiging via zo’n gedegen evaluatie dat we goede vooruitgang hebben geboekt op de thema’s waterveiligheid, zoetwater en ruimtelijke adaptatie is heel prettig. Zeker, de nationale regie door de deltacommissaris, het Deltafonds en het Deltaprogramma zijn belangrijke randvoorwaarden, maar het zijn vooral de samenwerkende partners – de Unie van Waterschappen, het IPO, de VNG en de Rijksoverheid – die de samenwerking hebben gedragen. Het succes van het Deltaprogramma is het succes van deze partners, met daarbij zeker ook credits voor de betrokken kennisinstellingen, maatschappelijke organisaties en het bedrijfsleven. Een dikke en verdiende pluim voor de gehele ‘deltacommunity’ dus! De commissie heeft ook een aantal waardevolle aanbevelingen gedaan. Daarmee gaan we in de komende fase van het Deltaprogramma voortvarend aan de slag”.
Aanpak en werkwijze
De evaluatiecommissie oordeelt positief over de aanpak en de werkwijze van het deltaprogramma. De nationale en interbestuurlijke aanpak is cruciaal gebleken voor het draagvlak voor en het vertrouwen in het Deltaprogramma. Ook de gezamenlijke kennisontwikkeling – joint fact finding – is een doorslaggevend element geweest in de aanpak. Al met al heeft het Deltaprogramma in de ogen van de evaluatiecommissie goede prestaties geleverd: de beleidsontwikkeling heeft voor alle wateropgaven in het programma duidelijk vaart en richting gekregen, de nieuwe normering voor waterveiligheid is met tempo en draagvlak tot stand gebracht en de beleidsontwikkeling voor de thema’s zoetwater en ruimtelijke adaptatie hebben met het Deltaprogramma een belangrijke impuls gekregen.
Aanbevelingen
De commissie presenteert ook een aantal aanbevelingen. Een belangrijke uitdaging is het maken van de omslag van planvorming naar uitvoering. Daarnaast is een goede balans tussen koersvastheid en flexibiliteit in de ogen van de commissie cruciaal voor het de uitwerking van adaptief deltamanagement in de praktijk. Dit wordt uitgewerkt in de systematiek ‘Meten – Weten – Handelen’. Een andere belangrijke uitdaging is het versterken van de integratie van de opgaven van het Deltaprogramma met andere ruimtelijke opgaven. De deltacommissaris:“We zijn een heel eind op weg, maar met de commissie ben ik van mening dat er nog veel moet gebeuren. De slag naar de implementatie en uitvoering bij waterveiligheid, het concreter maken van en tempo ontwikkeling bij de plannen voor zoetwater en ruimtelijke adaptatie, de concrete invulling van ‘adaptief deltamanagement’ en de verbinding van de opgave van het Deltaprogramma met andere ruimtelijke opgaven vergt voortzetting van de opgebouwde samenwerking, zowel op nationaal niveau als op gebiedsniveau”.
Kabinetsreactie
Het kabinet heeft vandaag in een eerste reactie aangegeven tevreden te zijn over het functioneren van de Deltawet, het Deltaprogramma, het Deltafonds en de deltacommissaris in de afgelopen jaren. Gezien de opgave die voorligt acht het kabinet het van groot belang het draagvlak en het momentum van het Deltaprogramma vast te houden; het kabinet en de partners zetten daarom in op de voortzetting van de horizontale samenwerking die het Deltaprogramma kenmerkt en zien op basis van de uitkomsten geen reden om de Deltawet te wijzigen.