Deltacommissaris ontvangt eindrapport ‘Koers houden in de delta’
Organiseer het lerend vermogen van het Deltaprogramma, veranker het adaptief werken en creëer een basis voor gezamenlijk verantwoorden. Dit zijn enkele aanbevelingen die het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) doet in het rapport ‘Koers houden in de Delta’. Het PBL, de Universiteit van Amsterdam en de Technische Universiteit Delft hebben de ontwerpeisen in beeld gebracht voor een monitorings- en evaluatiekader voor het Deltaprogramma.
De vinger aan de pols kunnen houden bij de voortgang van het Deltaprogramma, energie houden in het gezamenlijk transitieproces en een solide basis voor externe verantwoording – daar is het om te doen. Hans Mommaas (directeur PBL) bood het eindrapport van deze studie op 31 oktober 2016 aan aan Deltacommissaris Wim Kuijken.
Het Deltaprogramma moet Nederland beschermen tegen overstromingen en zorgen voor voldoende zoetwater en een klimaatbestendige ruimtelijke inrichting van Nederland. Het programma kiest daarbij voor een integrale, adaptieve en participatieve benadering. De zoektocht was naar een monitorings- en evaluatiekader dat aansluit op die werkwijze.
Lerende gemeenschap organiseren
De onderzoekers benadrukken het belang van een gezamenlijke aanpak voor monitoring en evaluatie – zodat partijen tijdens de uitvoering van het programma gezamenlijk leren van hun ervaringen en tegelijkertijd hun inspanningen onderling kunnen verantwoorden.
Om dit te stimuleren beveelt het PBL aan om een ‘lerende gemeenschap’ (Community of Practice, CoP) rond de uitvoering, monitoring en evaluatie te ontwikkelen, en daarbinnen kennismakelaars te benoemen die verantwoordelijk zijn voor de uitwisseling van kennis en ervaring tussen de betrokken partijen.
Adaptief deltamanagement verankeren
De onderzoekers adviseren hiernaast om de monitoring zowel te richten op ontwikkelingen binnen het programma als die in de buitenwereld (zoals de snelheid en gevolgen van klimaatverandering, maatschappelijke ontwikkelingen, en nieuwe kennis en technologieën). Dit is nodig om tijdig te kunnen inspelen op ontwikkelingen binnen of buiten het Deltaprogramma, het zogenaamde adaptief deltamanagement.
Een op te richten signaalgroep kan helpen de veranderingen buiten het Deltaprogramma periodiek in kaart te brengen en de gevolgen daarvan voor de uitvoering van het Deltaprogramma te analyseren.
Basis voor gezamenlijk verantwoorden creëren
Het Deltaprogramma 2015 beschrijft de Deltabeslissingen, voorkeursstrategieen en Deltaplannen. Aansluitend is de fase van uitwerking en uitvoering van start gegaan. De onderzoekers benadrukken de toegevoegde waarde van die concretiseringsslag voor het daadwerkelijk volgen van de voortgang in de uitvoering. Zo zullen de samenwerkende partijen hun doelen concreter moeten maken. Daarnaast bepleiten ze dat de nulsituatie binnen de domeinen waterveiligheid, zoetwater en ruimtelijke adaptatie wordt vastgelegd.