Adaptief deltamanagement
In de aanpak van het Deltaprogramma staat adaptief deltamanagement centraal: we kijken ver vooruit naar de opgaven die voor ons liggen en met die kennis nemen we steeds op tijd de maatregelen die op dat moment nodig en betaalbaar zijn. Daarbij zorgen we ervoor dat we steeds flexibel kunnen spelen op nieuwe kansen en nieuwe inzichten. Bijvoorbeeld door rivieren stap voor stap meer ruimte te geven. Of door de kust te versterken met zandsuppleties die we eenvoudig kunnen aanpassen als dat nodig is: meer of minder suppleren, of op een andere plaats.
Het Deltaprogramma heeft onderzocht welke oplossingen op de korte en de lange termijn nodig zijn om Nederland te beschermen tegen hoogwater, te zorgen voor voldoende zoetwater en de inrichting van ons land klimaatbestendig en waterrobuust te maken. Het is moeilijk en meestal niet wenselijk om maatregelen voor de komende vijftig tot honderd jaar nu al helemaal vast te leggen. Oplossingen moeten tenslotte mee kunnen groeien met nieuwe inzichten en omstandigheden. Aan de andere kant moeten we ons wel voorbereiden; het duurde immers ook tientallen jaren voordat de deltawerken gereed waren. Bovendien willen we ervoor zorgen dat het mogelijk blijft om de oplossingen, tegen de tijd dat ze nodig zijn, ook uitgevoerd kunnen worden met zo min mogelijk geld. Het gaat er dus om de juiste stappen zetten op het juiste moment: adaptief deltamanagement.
Kernpunten van adaptief deltamanagement
Kernpunten van adaptief deltamanagement zijn:
- beslissingen die we nu nemen verbinden met de opgaven voor waterveiligheid en zoetwater op de lange termijn;
- zorgen dat oplossingen flexibel zijn;
- meerdere strategieën klaar hebben en ervoor zorgen dat we snel kunnen wisselen als de omstandigheden veranderen (adaptatiepaden);
- investeringen in waterveiligheid en zoetwater verbinden met investeringen in bijvoorbeeld ruimtelijke inrichting en natuur en herontwikkeling waar mogelijk waterrobuust en klimaatbestendig maken.
Zo zorgen we ervoor dat er nu verstandige maatregelen worden getroffen en dat er tegelijkertijd in de toekomst voldoende mogelijk blijft voor de maatregelen die dan nodig zijn om Nederland te beschermen tegen hoogwater en van voldoende zoetwater te voorzien.
Voorbeeld: aanpak vervanging kunstwerken (VONK) en uitbreiding van Klimaatbestendige Water Aanvoer (KWA)
Een voorbeeld is de aanpak van de vervanging van sluizen, stuwen en stormvloedkeringen. Deze kunstwerken verouderen, niet alleen door slijtage maar ook omdat ze technisch niet meer voldoen. Rijkswaterstaat heeft nu voor de komende vijftig tot honderd jaar ingeschat welke kunstwerken wanneer vervangen moeten worden. Door de vervanging te verbinden aan de ontwikkelingen in het Deltaprogramma, wordt voorkomen dat er bijvoorbeeld een sluis vanwege ouderdom wordt vervangen terwijl tien jaar later op dezelfde plek een pomp moet worden geïnstalleerd vanwege hoger water.
Een ander voorbeeld is de stapsgewijze en flexibele uitbreiding van de Klimaatbestendige Water Aanvoer (KWA) in Midden Nederland. De extra aanvoer van zoetwater vanuit de Lek en het Amsterdam-Rijnkanaal via het regionale watersysteem van Hoogheemraadschap Stichtse Rijnlanden wordt ingezet om verzilting en droogte het hoofd te bieden. Het Deltaplan Zoetwater voorziet in een stapsgewijze uitbreiding van deze Klimaatbestendige Water Aanvoer van circa 7 naar circa 15m3 per seconde. Van de tien deelprojecten zijn er negen afgerond. Het deelproject Lopikerwaard is in 2023 gestart en vormt de laatste maatregel. In 2022 is het baggeren van de gekanaliseerde Hollandsche IJssel, het verruimen van de doorstroming bij het kanaal Enkele Wiericke en het verruimen van de doorstroming bij knooppunt Polsbroek afgerond. Daarnaast zijn deelprojecten betreffende de opstelplaatsen Caspargauw en de maatregelen Doorslagsluis Nieuwegein afgerond in 2023.
Meten, Weten, Handelen
Adaptief werken betekent niet afwachten totdat we door nieuwe inzichten of ontwikkelingen worden ingehaald, maar voortdurend alert zijn en op het juiste moment kosteneffectieve maatregelen nemen. Het Deltaprogramma brengt met de methodiek ‘Meten, Weten, Handelen’ in beeld hoe het Deltaprogramma ervoor staat.
- Meten, Weten, Handelen geeft inzicht in vier vragen:
- Zijn we nog op schema: verloopt de uitvoering volgens plan en bereiken we de doelen?
- Zijn we nog op koers: zijn er nieuwe ontwikkelingen die aanleiding geven voor het bijstellen van eerder gemaakte keuzes?
- Integrale aanpak: pakken we de opgaven integraal aan?
- Participatie: is er waar nodig sprake van brede participatie van overheden, bedrijven, maatschappelijke organisaties en burgers?
Signaalgroep
De methodiek Meten, Weten, Handelen is in 2017 in gebruik genomen voor Deltaprogramma 2018. Het Deltaprogramma onderzoekt met regelmaat of het nodig is de koers bij te stellen. Hiertoe is in 2017 de Signaalgroep ingesteld. De taak van de Signaalgroep is om veranderende omstandigheden die Deltaprogramma-breed van belang kunnen zijn, te signaleren en te monitoren. De Signaalgroep bestaat uit inhoudelijke experts van een aantal voor het Deltaprogramma relevante en gezaghebbende instituten: KNMI, Planbureau voor de Leefomgeving (PBL), Deltares, Wageningen University & Research (WUR), Rijkswaterstaat-Water, Verkeer en Leefomgeving, en Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). De Signaalgroep hanteert een methodiek met 8 indicatoren waarmee tijdige en betrouwbare signalen verkregen kunnen worden om het Deltaprogramma te kunnen bijsturen. Bevindingen van de Signaalgroep en de mogelijke doorwerking van de signalen op de voorkeursstrategieën, worden elk jaar gerapporteerd, gemeld in het jaarlijkse Deltaprogramma en besproken met vertegenwoordigers van de gebieden en thema’s van het Deltaprogramma. Een voorbeeld is het signaal van mogelijk versnelde zeespiegelstijging. Dit leidde in 2019 tot het initiatief van de minister van Infrastructuur en Waterstaat om een meerjarig Kennisprogramma Zeespiegelstijging in gang te zetten.
Zesjaarlijkse herijking
Op basis van de uitkomsten van Meten, Weten, Handelen wordt jaarlijks bepaald of we op schema liggen wat betreft de uitvoering van de afgesproken projecten. Bijstelling van de strategieën is ieder jaar mogelijk. Daarnaast vindt iedere zes jaar een systematische herijking van de deltabeslissingen en voorkeursstrategieën (zie Deltaprogramma 2015) plaats. Het doel van de zesjaarlijkse herijking is om zorgvuldig te checken of er ontwikkelingen zijn die het nodig maken om de deltabeslissingen en strategieën aan te passen en, voor zover van toepassing, voorstellen te doen voor aanpassingen. De eerste herijking vond plaats in de periode 2018-2020, zodat gerapporteerd kon worden in Deltaprogramma 2021. De tweede herijking wordt vervolgens verwacht in Deltaprogramma 2027. Het resultaat van de zesjaarlijkse herijking zijn up-to-date deltabeslissingen en voorkeursstrategieën: een nieuwe ‘foto’ na een zorgvuldige check en eventuele nieuwe aanpassing als reactie op externe en interne ontwikkelingen, waarin de eerder gemaakte aanpassingen (DP 2016 t/m DP 2020) zijn verwerkt.