Boulevard Scheveningen
Beeld: ©Deltaprogramma

Systeemanalyse waterveiligheid Zandige waterkeringen kust - KP ZSS

Harde, maar vooral ook zachte oplossingen: het verhaal van de kust

- Met Quirijn Lodder en Rinse Wilmink (Rijkswaterstaat)

Nederland heeft een unieke zeewering. Die bestaat vooral uit strand en duinen, maar heeft hier en daar ook harde structuren zoals dijken en boulevards. Een stijgende zeespiegel vraagt daarom om verschillende benaderingen. “We willen de natuur zo veel mogelijk het werk laten doen”, aldus de experts. “Maar er zijn ook harde maatregelen nodig. Er kan heel veel. Maar buitendijks zullen we grotere risico’s moeten accepteren.”

Laaglanddelta Nederland staat voor een bijzondere opgave als het gaat om waterveiligheid. Ons land heeft geen ondergrond van harde gesteenten. Het bestaat grotendeels uit klei, zand en veen. Die vormen samen de fysieke basis van alle functies van onze kust: niet alleen waterveiligheid, maar ook bijvoorbeeld natuur, recreatie en drinkwatervoorziening.

Al die functies komen onder druk te staan als de zeespiegel stijgt. “Gelukkig kent onze kust een natuurlijke dynamiek: strand en duinen groeien voortdurend aan onder invloed van wind en zeestromingen”, vertelt Quirijn Lodder van Rijkswaterstaat. “Maar als we nietsdoen, zal de kust geleidelijk eroderen en zullen de duinen en het strand langzaam landinwaarts opschuiven. Dat voorkomen we nu door extra zand op de kust aan te brengen. Daardoor blijft die natuurlijke dynamiek behouden, terwijl we toch die erosie voorkomen.” 

Wat kunnen we op dit vlak in de toekomst verwachten, naarmate de zeespiegel stijgt? Waar liggen dan de knelpunten, technisch maar ook qua ruimtelijke inrichting? Dat is onderzocht binnen het Kennisprogramma Zeespiegelstijging.

Zandsuppletie

Al 30 jaar helpt Rijkswaterstaat de natuur een handje bij het op zijn plek houden van de kustlijn. Dat gebeurt door middel van zandsuppletie. Zand uit de Noordzee wordt op het strand gespoten, of gestort op de zeebodem vlak voor de kust. Daarna kan dit zand vanzelf aanspoelen op het strand en doorstuiven naar de duinen. “Deze zandsuppleties proberen we op een zo natuurlijke manier te doen”, vertelt Lodders collega Rinse Wilmink. “Zo laten we de natuur het meeste werk doen. Maar de vraag is natuurlijk: bij welke zeespiegelstijging komt dit systeem onder druk te staan? Dat is in deze studie onderzocht.”

Het doel van de studie was niet de meest waarschijnlijke toekomst te schetsen, maar de houdbaarheid van de huidige strategie te berekenen, gegeven verschillende scenario’s van zeespiegelstijging. “En daarbij wilden we graag weten waar de kwetsbare punten liggen langs de Nederlandse kust”, vult Lodder aan. “Vaak zijn dat plekken waar de zachte kust – dus strand en duinen – worden onderbroken door bebouwing en harde keringen. Bijvoorbeeld de boulevard van Scheveningen.”

Het kán, met voorwaarden

Het onderzoek trekt een aantal duidelijke conclusies. Wilmink: “Als we het huidige beleid voortzetten, dus dat we de kust laten meegroeien met de zeespiegelstijging, dan staan we er als land voorlopig nog goed voor. Ook bij 3 meter zeespiegelstijging. Dan is Nederland nog altijd de best beschermde delta ter wereld.”

Maar er zijn wel een paar belangrijke voorwaarden, benadrukt Lodder: dat we de huidige harde waterkeringen op orde houden, dat we de zandsuppletie in de pas laten lopen met de zeespiegelstijging, en dat we zorgen dat dat zand ook meer landinwaarts kan terechtkomen. Op sommige plekken ligt de duinenrand die de eigenlijke zeewering vormt, namelijk verder weg van de kustlijn. “Dat zand kun je handmatig verplaatsen”, vertelt Wilmink, “maar onze ambitie is om dat zoveel mogelijk door natuurlijke processen te laten plaatsvinden. Daarvoor is nog meer onderzoek nodig.”

De tijd goed benutten

Daarnaast zijn er andere ‘mitsen’ die in de huidige studie niet zijn onderzocht – bijvoorbeeld de beschikbaarheid van zand voor zandsuppletie, de natuureffecten daarvan, de kosten van het handhaven van de kustlijn, en de ruimtelijke offers die we daarvoor zullen moeten brengen. Die zijn overigens wel onderzocht in een andere deelstudie van het Kennisprogramma Zeespiegelstijging. “Die factoren moeten we allemaal niet onderschatten”, stelt Wilmink. “Maar er is nog tijd. Die 3 meter zeespiegelstijging is nog niet morgen of volgend jaar aan de orde. Maar die tijd moeten we dan wel goed benutten om ons optimaal voor te bereiden.”

De impact van maatregelen op de kustplaatsen zal waarschijnlijk groot zijn, zegt ook Lodder. “Neem nu de huidige boulevard van Katwijk, waar veel huizen op staan. Die boulevard zullen we moeten ophogen om het hoofd te kunnen bieden aan 3 meter zeespiegelstijging. Dat kán, maar niet met de huidige inrichting van de boulevard. Die zeespiegelstijging betekent echt wel wat voor hoe die kustplaatsen eruit komen te zien.”

Hetzelfde geldt voor de inrichting van de ruimte rondom de kustplaatsen. “We moeten goed nadenken over waar we wel en niet nieuwe huizen kunnen bouwen”, zegt Wilmink. “En als we bestaande huizen vervangen door nieuwe, moeten we dat op een slimme manier doen. Bijvoorbeeld door nu al ruimte over te laten voor toekomstige dijkversterkingen. Dit hoeft allemaal niet van vandaag op morgen, maar we moeten daar wel nu alvast over nadenken.”

Afwegingen

Het onderzoek brengt in kaart welke geleidelijke verbeteringen er nodig zullen zijn bij zeespiegelstijging, maar ook wat er nodig is om incidentele, extreme stormen te kunnen opvangen. De resultaten laten zien dat er altijd kwetsbare plekken zullen zijn langs de Nederlandse kust: plekken waar de duinen relatief laag of smal zijn, maar ook ‘harde’ plekken, zoals delen van de  Maasvlakte, de boulevards van Scheveningen, Noordwijk en Katwijk, de Helderse Zeewering en de Westkapelse Zeedijk. “Aan sommige van die harde plekken wordt nu al gewerkt”, vertelt Lodder. “Zo is de boulevard van Scheveningen zo’n 10 jaar geleden versterkt.”

Over wanneer en hoe je daarover beslissingen neemt, doet het huidige rapport geen uitspraken. “Ten eerste omdat die plekken onderling zo verschillen”, zegt Lodder. “Iedere plek vraagt om een eigen aanpak. Daarnaast zullen de regio’s daarin hun eigen afwegingen maken. Of je alleen de zeereep laat meegroeien, of ook zorgt voor versterking in het achterland, hangt bijvoorbeeld af van ruimtelijke keuzes. Dit rapport laat nu zien dat die keuzes echt van belang zijn – en dat we daar nu al over moeten nadenken.”

Rekening mee houden

En wat gebeurt er bij méér dan 3 meter zeespiegelstijging? “Dan blijft de kustlijn niet van nature op zijn plek”, zegt Lodder. “We zullen zandsuppleties moeten blijven uitvoeren om te voorkomen dat bepaalde plekken, zoals kustplaatsen met een boulevard, een soort uitstulping gaan vormen in zee. Dat brengt een zekere kwetsbaarheid met zich mee.” Hoe die kustlijn precies gaat veranderen, is nu nog niet te zeggen, benadrukt hij: “Daaraan liggen te veel aannames en keuzes ten grondslag.”

Wilmink: “De hoofdboodschap van de huidige studie is: we kunnen de situatie nog heel lang bijbenen, maar er zijn bepaalde kwetsbaarheden die we zullen moeten aanpakken, en bepaalde risico’s die we moeten accepteren, namelijk als het gaat om delen van de kust die in of voor de zeewering liggen. Daarnaast zijn er knelpunten als het gaat om ruimtelijke inrichting.” 

Nu we dat weten, kunnen we daar rekening mee houden, besluit Wilmink, en daarnaar handelen. “Dus ja, in die zin ben ik zeker optimistisch. Wij hebben als land een unieke geschiedenis met het water en daardoor ook een unieke expertise. En ook die groeit mee met de zeespiegel.”