Advies deltacommissaris: houd bij woningbouw rekening met het klimaat van de toekomst
Bij de keuze voor nieuwe locaties voor woningbouw wordt nog nauwelijks rekening gehouden met het bodem- en watersysteem en de gevolgen van klimaatverandering, vooral die op de lange termijn. Naar schatting 820.000 nieuwe woningen zijn voorzien in overstroombare gebieden, gebieden met een slappe ondergrond of gebieden met een natte bodem. Het zijn locaties die kwetsbaar zijn voor overstromingen, wateroverlast, bodemdaling, maar ook voor droogte en hitte. Deze kwetsbaarheid zal door klimaatverandering toenemen, waarbij we steeds meer te maken krijgen met extreem weer, pieken in de rivierafvoer en een stijgende zeespiegel.
Dat schrijft Deltacommissaris Peter Glas in zijn tweede advies over woningbouw en klimaatadaptatie aan de ministeries van Binnenlandse Zaken en Infrastructuur en Waterstaat. In dit advies constateert hij dat er bij de woningbouwopgave onvoldoende rekening wordt gehouden met de langetermijngevolgen van klimaatverandering en met de eisen die water en bodem stellen.
“We hebben snel nieuwe woningen nodig, maar daarbij is het wel van belang dat we het in één keer goed doen, flexibiliteit inbouwen en volgende generaties niet klemzetten met problemen en schade. De overstromingen in Limburg hebben recent laten zien hoe kwetsbaar we zijn in de gebouwde omgeving. Ik roep daarom op dat we scherper kijken waar we gaan bouwen en hoe we bouwen.”
Zeespiegelstijging
De huidige woningbouwplannen leiden tot een verdere concentratie van woningbouw in de laaggelegen Randstad. Dit is op zich logisch aangezien daar de vraag naar woningen het grootst is. Maar het gaat wel om een gebied dat op lange termijn steeds meer bloot staat aan de gevolgen van zeespiegelstijging en bodemdaling en waar de potentiële veiligheidsrisico’s het grootste zijn.
Rekening houden met de verandering van het klimaat op de lange termijn is nodig omdat woningen in de regel met een levensduur van 50 tot 100 jaar worden gebouwd en de wegen en openbaar voorzieningen naar die woningen vaak nog een langere levensduur hebben.
Volgens de deltacommissaris moet er daarnaast ook al nagedacht worden over verstedelijking in de verdere toekomst. Hij adviseert het Rijk te onderzoeken hoe deze verstedelijking op termijn anders over Nederland kan worden verdeeld, op plaatsen waar dit vanuit het oogpunt van klimaatverandering en zeespiegelstijging het minst kwetsbaar is.
In het advies, waarvoor Sweco, Defacto, Deltares en Ecorys gegevens hebben aangeleverd, roept de deltacommissaris Rijk en regio op om op voorhand ruimte te reserveren voor maatregelen die nodig zijn bij een toekomstige zeespiegelstijging van 2 meter op de Noordzee. Ook moet er ruimte behouden blijven in de buitendijkse gebieden langs de grote wateren en rivieren. De ruimte is nodig voor toekomstige versterkingen van de primaire waterkeringen, voor extra waterberging en voor een goede afvoer van het water.
Het Kennisprogramma Zeespiegelstijging komt volgend jaar met een doorrekening van de benodigde extra ruimte langs de primaire waterkeringen. Uit het rapport van Sweco, Defacto, Deltares en Ecorys blijkt dat ruimtelijke plannenmakers en waterbeheerders in ieder geval rekening moeten houden met een extra reservering van 20 tot 50 meter voor toekomstige dijkversterkingen.
Buitendijkse woningbouw
Buitendijks langs de rivieren moet voorkomen worden dat er woningen worden gebouwd die nu, maar vooral ook op termijn de doorstroming van het water en de ruimte voor waterberging inperken. De deltacommissaris adviseert dat het Rijk kijkt naar een aanscherping van de huidige regels voor buitendijkse woningbouw. Hij wil dat er ook gekeken wordt naar de bestaande buitendijkse bebouwing. Als die bebouwing de afvoer en waterberging in de toekomst belemmert, moet die worden aangepast of eventueel geleidelijk opgeruimd worden.
Buitendijkse bebouwing in het IJsselmeergebied mag geen beperking opleveren voor eventuele peilverhogingen en voor de zoetwatervoorraad. Ook adviseert de deltacommissaris niet te bouwen op plaatsen waar het water zich verzamelt bij extreme neerslag of waar het tijdelijk niet kan worden afgevoerd, zoals in de beekdalen en in de diepe delen van polders. Volgens de deltacommissaris is het verder nodig om in de bouwplannen rekening te houden met het opvangen van veel regenwater bij extreme buien door in deze plannen ruimte te creëren voor waterberging en infiltratie van het water in de bodem.
De deltacommissaris vraagt verder aandacht voor bebouwing in gebieden met een slappe (zettingsgevoelige) ondergrond. Bij het bouwrijp maken van grond in deze gebieden moeten extra maatregelen worden genomen om verzakking van woningen en wegen te voorkomen. Ook adviseert hij bij woningbouw als eis te stellen dat er grondwaterneutraal wordt gebouwd om langetermijneffecten van verdroging, verzilting en bodemdaling te voorkomen.