Wat doet het Kennisprogramma Zeespiegelstijging
De zeespiegel stijgt en door klimaatverandering versnelt deze stijging de laatste decennia. Nog onzeker is hoe deze versnelde stijging in de toekomst gaat verlopen. Dit kan op termijn grote gevolgen hebben voor de leefbaarheid en bewoonbaarheid van ons land.
In het Kennisprogramma Zeespiegelstijging bundelen overheden, bedrijven, kennisinstellingen en maatschappelijke organisaties hun krachten. Ze onderzoeken wat de mogelijke gevolgen van de zeespiegelstijging zijn voor ons land en ze verkennen maatregelen die ons voorbereiden op de gevolgen. Het programma levert kennis waarmee we tijdig keuzes kunnen maken voor de bescherming en inrichting van Nederland. Het programma is een initiatief van de minister van Infrastructuur en Waterstaat en de Deltacommissaris. Het is gestart in 2019 en eindigt in 2026.
Klik op de vraag voor meer informatie en om te zien welke onderzoeken er al zijn verschenen.
Bij een oplopende temperatuur van de aarde stijgt de zeespiegel. Dit komt door het smelten van gletsjers en ijskappen op o.a. Groenland en Antarctica. De hoeveelheid water in zee neemt daardoor toe. Daarnaast zet het opgewarmde zeewater uit.
Voor Nederland, een laaggelegen delta aan de Noordzee, is het van belang om te weten hoeveel de zeespiegel zal gaan stijgen. Waar moeten we rekening mee houden? En wat zijn de gevolgen? Het kennisprogramma zeespiegelstijging werkt aan antwoorden op deze vragen en doet dit in samenwerking met het Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut (KNMI).
Op dit moment is een wereldwijde versnelling van de zeespiegelstijging al zichtbaar in satellietmetingen en stijgt de zeespiegel al meer dan twee keer zo snel als het gemiddelde over de twintigste eeuw. De ontwikkelingen van de Antarctische ijskap, zoals het afsmelten, bepalen in grote mate de versnelling van de zeespiegelstijging, maar zijn ook omgeven met onzekerheid.
Naast een focus op het te verwachten massaverlies van de Antarctische ijskap, is het heel belangrijk dat we de verschillen tussen zeespiegelstijging wereldwijd en die op de Noordzee beter gaan begrijpen. In de afgelopen jaren zijn diverse mijlpalen bereikt, zoals het vaststellen van een versnelling van de zeespiegelstijging aan de Nederlandse kust en het opbouwen van meer kennis over ijskappen.
In 2023 zijn de nieuwe KNMI-klimaatscenario’s, inclusief zeespiegelscenario’s, bekend gemaakt. Daarbij is ook aandacht besteed aan zogeheten “Low-Likelihood High-Impact” (LLHI)-verhaallijnen, die gebaseerd zijn op onzekere en moeilijk te bepalen ijskapprocessen, met name die zich op Antarctica afspelen. Er wordt gewerkt aan een betere onderbouwing ten behoeve van toekomstige zeespiegelscenario’s.
Op dit moment wordt de onlangs opgebouwde kennis over ijskappen steeds verder uitgebreid. Zo wordt er gewerkt aan een geraffineerd ijskapmodel om de processen die op Antarctica spelen beter te kunnen nabootsen.
In opdracht van RWS verwerkt Deltares de data uit de meetstations langs de Nederlandse kust tot een jaarlijkse stand van de zeespiegel. Uit deze langjarige reeks (sinds 1890) kan wordt berekend hoe groot de jaarlijkse zeespiegelstijging is en of daar versnelling in te zien is. Dit vormt geen onderdeel van het KP ZSS. De berichten en rapporten hierover zijn beschikbaar via Deltares.
Rijkswaterstaat brengt de effecten van zeespiegelstijging in beeld. Wat betekent een zeespiegelstijging van bijvoorbeeld 0,5, 1, 2, 3 of 5 meter voor de kust, keringen, kunstwerken en de zoetwaterbeschikbaarheid? Ook onderzoekt Rijkswaterstaat hoe lang onze deltawerken bescherming blijven bieden. Zijn de maatregelen in de huidige voorkeursstrategieën van het Deltaprogramma voldoende?
Onderzoeksresultaten Kennisprogramma Zeespiegelstijging
In het najaar van 2023 verscheen de Tussenbalans, een overzicht van de tot dan toe verschenen onderzoeksresultaten (zie link hieronder). Dit overzicht beschrijft de belangrijkste inzichten en wat er nog verder moet worden onderzocht op basis van de deelonderzoeken. Deze serie deelrapporten over waterveiligheid, zoetwater en zandige kust verschenen ook, waarin wordt ingegaan op de vraag: hoeveel zeespiegelstijging kunnen we aan met de huidige strategieën en maatregelen? De rapporten (zie de links hieronder) beschrijven de resultaten van zogeheten systeemanalyses, waarin met modellen voor verschillende regio’s is doorgerekend wat de gevolgen zijn van zeespiegelstijging voor waterveiligheid, de zandige kust en zoetwater. Over het doel en de opzet van deze analyses lees je hieronder meer, in ‘Het overkoepelende verhaal’. Klik op een titel om naar het betreffende rapport te gaan:
Klik op een titel om naar het betreffende rapport te gaan:
Tussenbalans
Systeemverkenning
Wat staat er in grote lijnen in de deelrapporten die in 2023 verschijnen? En wat kunnen we daarmee? Twee experts leggen uit wat we kunnen verwachten van de rapporten – maar ook wat we nu nog níet weten. “Deze kennisbasis geeft de mogelijke denkrichtingen aan. Onontbeerlijk, ook nu al.”
Waterveiligheid
- Waterveiligheid bovenregionaal
- Zuidwestelijke Delta
- Waddenzee en Eems-Dollard
- Rijn-Maasmonding en Rivierengebied
- Harde waterkeringen kust
- Zandige waterkeringen kust
Zoetwater
- Zoetwater bovenregionaal
- Volkerak-Zoommeer
- Rijn-Maasmonding
- IJsselmeer - Markermeer
- Amsterdam-Rijnkanaal - Noordzeekanaal
- Grondwaterverzilting en watervraag
Zandige kust
Overig
- Tussenresultaten Kennisprogramma Zeespiegelstijging brief aan Tweede Kamer
Het Kennisprogramma Zeespiegelstijging analyseert bestaande plannen en initiatieven op het gebied van zeespiegelstijging. Zijn er ook mogelijkheden voor alternatieve strategieën in de verre toekomst?
De onzekerheid over de toekomstige zeespiegelstijging is nog groot, en dat bemoeilijkt het maken van een goede keuze. Het Kennisprogramma onderzoekt daarom wat we nu kunnen doen en laten om toekomstige keuzes open te houden en uitvoering daarvan mogelijk te maken.
Drie consortia 2023
Na de ruimtelijke verkenningen van de gebiedsbijeenkomsten gingen drie consortia vanaf april 2023 tekenen en rekenen aan de toekomstige inrichting van Nederland. Deze samenwerkingsverbanden bestaan uit overheden, kennisinstellingen, ingenieurs- en ontwerpbureaus en waterbouwers. Ze werkten verschillende oplossingen uit voor een klimaatbestendige inrichting van ons land, uitgaande van een toekomstige zeespiegelstijging van twee meter (in 2100) tot vijf meter (in 2200).
De eerste uitwerking maakten ze op basis van eerdere plannen en gebiedsbijeenkomsten en de langetermijnscenario's van Deltares. Dit leverde een beeld op van wat technisch, fysisch en ruimtelijk wel en niet mogelijk is, ook bij een grote zeespiegelstijging. Op basis daarvan kan worden bekeken waar en hoeveel ruimte we in de toekomst nodig hebben voor maatregelen, zoals dijkversterkingen, waterberging, pompen of zelfs landaanwinning. Het werk van de consortia levert daarmee belangrijke informatie op voor de keuzes die we moeten maken bij onze ruimtelijke inrichting, bijvoorbeeld voor de woningbouw en de energietransitie.
De consortia richtten zich op de oplossingen meebewegen, beschermen, zeewaarts.
- Het consortium Meebewegen concretiseerde de oplossing waarbij we het landgebruik aanpassen aan de zeespiegelstijging, land ophogen en aangepast – bijvoorbeeld drijvend of op palen - bouwen.
- Het consortium Beschermen onderzocht de oplossingen waarbij de kust tegen overstromingen en erosie wordt beschermd met keringen, zandsuppletie en wetlands en waarbij de rivierarmen wel of niet helemaal worden afgesloten met dammen of stormvloedkeringen en overtollig water tijdelijk wordt geborgen en/of weggepompt.
- Het consortium Zeewaarts werkte de richting verder uit waarbij we extra waterberging voor de kust creëren door de aanleg van een tweede kustlijn, en lokaal de kust verbreden.
Aan de consortia deden in totaal 20 partijen deel, hun samenwerking vindt plaats onder de vlag van de Topsector Water.
Eindrapportages meebewegen, beschermen, zeewaarts
Tijdens het congres Zeespiegelstijging op 4 maart 2024 presenteerden de drie onderzoeksgroepen de eindrapportages over de denkrichtingen. De onderzoeken geven een beeld van de mogelijkheden om Nederland voor de langere termijn veilig te houden voor een stijgende zeespiegel.
- Eerste resultaten alternatieve denkrichtingen lange termijn brief Tweede Kamer
- Overkoepelend rapport Ruimte voor zeespiegelstijging
- Eindrapportage denkrichting ‘meebewegen’
- Eindrapportage denkrichting ‘beschermen’
- Eindrapportage denkrichting ‘zeewaarts’
Gebiedsgerichte bijeenkomsten 2020-2023
Met de regionale partners van het Deltaprogramma onderzocht het kennisprogramma wat de mogelijke gevolgen zijn van een zeespiegelstijging van meer dan twee meter. Dat gebeurt in gebiedsgerichte bijeenkomsten. Wat zijn mogelijke oplossingen? Hoe houd je rekening met de investeringsagenda’s op het gebied van duurzame energie, woningbouw, landbouw, infrastructuur en natuur? De bijeenkomsten leiden uiteindelijk tot regionaal uitgewerkte opties voor de lange termijn. Lees hieronder de verslagen van de bijeenkomsten.
Verslagen gebiedsgerichte bijeenkomsten
- Verslag Centraal Holland
- Verslag Waddenzee
- Verslag Zuidwestelijke Delta
- Verslag Hollandse Kust
- Verslag IJsselmeergebied
- Verslag Benedenrivieren
- Verslag versnelde Zeespiegelstijging Synthese-bijeenkomst
Andere onderzoeken en verslagen
- Onderzoek SWECO: ‘De investeringsopgave in Deltaprogramma regio’s’
Plannenmakers
Van 2020 tot en met 2022 hebben mensen met plannen voor zeespiegelstijging deze kunnen presenteren. Nadere info over deze bijeenkomsten en de gepresenteerde plannen is te vinden in deze twee verslagen en via de publicwiki van Deltares.
- Lees hier een uitgebreid verslag van de sessie van 15 maart 2022
- Bekijk hier de presentaties uit de sessie van 15 maart 2022
- Bekijk hier video's van de onderstaande plannenpitches
Plannenpitches 2022
Meebewegen
- NL2200 (Dhr. Cohen)
- Perspectief 2121 (Kuiper Compagnons)
Beschermen
- ‘Rijnmonding als estuarium’, Voortgangsrapportage februari 2022 (Han Meijer/stichting Ark)
- Sluizen en Duinen in de Rijnmond (Dhr. Van Gelder)
- Een natuurlijke toekomst voor NL2120 (Dhr. Baptist, WUR)
- Plan Beaufort: gesloten Rijnmond rivieren via open Haringvliet (Dhr. Beaufort)
- Dubbele dijken in de delta (Dhr. Roels, WNF)
Zeewaarts
- Plan West Holland (dhr. Klein Breteler)
- Nieuwe Hollandse Bos-variant (dhr. Bos)
- Hexagon 3000 (dhr. Hoekstra en dhr. Burgers)
- Haakse zeedijk ( Dhr. Butijn)
- Delta 21 (dhr. Lavooij)
- Borm & Huygens
- North European Enclosure Dam (NEED) (Dhr. Groeskamp)
Plannenpitches 2020-2021
Meebewegen
- ‘NL 2300’ (Kim Cohen, Univ. Utrecht)
- ‘Plan B 2200’ (Erik Pleijster, LoLA)
- ‘New Netherlands’ (Jos Timmermans / v.d. Meulen, TU Delft)
Oplossingen die uitgaan van de bestaande ‘beschermen’ strategie
- Sluizen en Duinen in de Rijnmond (Leo van Gelder, Hogeschool Rotterdam / Centrum voor Hoogwaterveiligheid)
- ‘Rijnmonding als estuarium’ (Han Meijer/stichting Ark)
- 'Een natuurlijke toekomst voor NL 2120' (Martin Baptist, WUR)
- ‘Dubbele dijken in de delta’ (Bas Roels, WNF)
Zeewaartse oplossingen
- Haakse Zeedijk: PDF, website (dhr. Butijn)
- Nieuwe Hollandse Bos-variant (dhr. Bos)
- West Holland (dhr. Klein Breteler)
- Delta 21 (dhr. Lavooij)
- North European Enclosure Dam (NEED) (dhr. Groeskamp)
- Advies Borm & Huygens
1.Participatie: hoe kan je ruimte bieden voor participatie in kennis ontwikkeling door maatschappelijke organisaties?
Het kennisprogramma heeft een Maatschappelijke Klankbordgroep samengesteld uit vertegenwoordigers van branche- en belangenorganisaties. De klankbordgroep heeft een onafhankelijke voorzitter en secretaris.
2. Organisatie: hoe kunnen we het proces, de besluitvorming en de uitvoering van maatregelen om zeespiegelstijging het hoofd te bieden organiseren, zodat we alle maatregelen die op de korte en lange termijn nodig zijn voor zeespiegelstijging voor elkaar krijgen, rekening houdend met de grote mate van onzekerheid en het benodigde draagvlak in de samenleving?
We ontwikkelen kennis over de vraag hoe we maatregelen voor zeespiegelstijging op tijd en weloverwogen tot uitvoering kunnen brengen. Over deze bestuurskundige aspecten van zeespiegelstijging voert de Nederlandse School van Openbaar Bestuur een verkennend onderzoek uit en wordt ook meer praktijkgericht onderzoek gedaan.