Congres Zeespiegelstijging: omgaan met zeespiegelstijging kan, maar heeft grote gevolgen
Nederland kan een zeespiegelstijging van vijf meter in de toekomst aan, maar de gevolgen zullen groot zijn en de keuzes ingrijpend. Dat bleek tijdens het congres van het Kennisprogramma Zeespiegelstijging, op 4 maart in Bussum. Drie zogenoemde denkrichtingen stonden centraal: ‘Beschermen’, ‘Meebewegen’ en ‘Zeewaarts’.
Een sfeerimpressie krijgen van het congres? Bekijk dan hier de aftermovie.
Dichter Erik Jan Harmens opende het congres met indringende woorden. “Het wacht niet, het water.” Dat de zeespiegel stijgt, is duidelijk. Maar hoe snel, en met hoeveel centimeter of zelfs meter, dat is onzeker. De minister van Infrastructuur en Waterstaat (IenW) en de deltacommissaris hebben het Kennisprogramma Zeespiegelstijging opgezet. Drie consortia onderzochten op welke manier Nederland een sterke zeespiegelstijging aan zou kunnen. Ze presenteerden hun bevindingen in een bomvolle zaal van Spant!. Met bijna 400 bezoekers was het congres in korte tijd volgeboekt.
Vereende krachten
Deltacommissaris Co Verdaas sprak lovend over de “vereende krachten” waarmee de drie denkrichtingen zijn uitgewerkt. De consortia bestonden uit adviesbureaus, kennisinstellingen, overheden en bedrijven. Hun opdracht was om de denkrichtingen zo concreet mogelijk te maken en te kijken naar onder meer haalbaarheid, effecten en kosten. “De vraag is nu: hoe gebruiken we de kennis die is opgedaan?”, zei Verdaas. “Het is ingewikkeld om besluiten te nemen terwijl je nog niet alles weet. Maar we moeten wel richting gaan geven. Ingrijpende veranderingen kosten tijd. Over de Deltawerken hebben we ook zeventig jaar gedaan. Dan is het jaar 2100 ineens heel dichtbij.”
Ook directeur-generaal Jaap Slootmaker van het ministerie van IenW was enthousiast over het werk van de consortia: “In geen enkel landelijk programma wordt zo ver vooruitgekeken als in het Kennisprogramma Zeespiegelstijging. Dat maakt het mogelijk om vroegtijdig te anticiperen op datgene wat op ons afkomt.”
Combinatie van onderdelen
Op het podium gaven de drie consortia een toelichting op hun onderzoeken. De denkrichting ‘beschermen’ bouwt voort op deels al bekende maatregelen zoals het aanvoeren van zand of het wegpompen van overtollig water. De denkrichting ‘zeewaarts’ benut ruimte op zee, bijvoorbeeld in de vorm van een groot kustmeer om hoogwater in rivieren te voorkomen. De denkrichting ‘meebewegen’ richt zich op aangepast landgebruik of bebouwing om water meer ruimte te geven.
De sprekers maakten duidelijk dat geen van de denkrichtingen de absolute oplossing biedt voor een flinke zeespiegelstijging. Een combinatie van onderdelen uit de onderzoeken ligt het meest voor de hand. Lees hier ook het overkoepelende rapport Ruimte voor Zeespiegelstijging.
Geen ruimte weggeven
Zelfs als de zeespiegel zou stijgen met vijf meter, kunnen we in Nederland droge voeten houden. Dat zal wel veel geld kosten, volgens eerste grove schatting zo’n 200 miljard euro in 200 jaar. Een hoop geld, beaamt deltacommissaris Verdaas. “Het komt neer op 0,1 procent van ons Bruto Binnenlands Product. Dat is een draagbare kostenpost voor deze belangrijke investeringen.”
De uitvoering van de denkrichtingen zal ook veel ruimte kosten. Annemiek Roeling van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat zei in een reactie: “Er is nog veel te kiezen en daar moet je met veel partijen over praten. We hoeven nu nog geen keuzes te maken, maar wel ruimte reserveren die in de toekomst nodig is om ons te beschermen tegen zeespiegelstijging.”
Hoopvolle toekomst
Twee leden van de Jonge Klimaatbeweging spraken op het podium hun hoop uit op een goede toekomst voor Nederland. Merel Fiets, themamanager Water, riep op om vooral goed naar de jongeren te luisteren, en “de urgentie te zien”. Voorzitter Dion Huidekooper wierp een blik op het jaar 2100, waarin de Deltawerken gerenoveerd zijn, het water de ruimte heeft gekregen en Nederland gestopt is met alles wat slecht was voor de waterkwaliteit. “We kunnen opnieuw de strijd tegen het water winnen.”