Rivieren
De Rijn en de Maas vervullen een belangrijke rol voor waterafvoer en waterbeschikbaarheid, en voor scheepvaart, economie, natuur en recreatie. De rivierdijken beschermen grote delen van Nederland tegen overstromingen. Het nationaal Deltaprogramma omvat verschillende initiatieven voor het behouden en waar nodig versterken van de functies van de grote rivieren.
Het riviersysteem staat onder druk door klimaatverandering en het gebruik van de rivieren neemt verder toe. De maatregelen in het nationaal Deltaprogramma spelen hierop in.
De opgave: omgaan met extremen
De afgelopen jaren waren er zeer warme, natte en droge perioden, die leidden tot extreem hoge of lage waterstanden. Om deze extremen, die in de toekomst vaker zullen voorkomen, het hoofd te bieden, is een integrale aanpak nodig.
Aanpassingen van de rivieren in de afgelopen eeuwen, ten behoeve van waterveiligheid en scheepvaart, hebben geleid tot rivierbodemerosie en doorgaande bodemdaling. Hierdoor dalen de waterstanden, gaat er in droge periodes steeds minder water naar de IJssel en meer water naar de Waal, en treedt er rond de rivieren verdroging op. Dit alles geeft problemen voor de zoetwatervoorziening, scheepvaart en natuur. Op langere termijn ontstaat door rivierbodemdaling een steeds sterkere verdroging in uiterwaarden en het achterland.
Daarnaast is er voldoende afvoer- en bergingscapaciteit nodig om op termijn hogere rivierafvoeren op te vangen. Ook de zeespiegelstijging kan ertoe leiden dat water op de rivieren langer moet worden vastgehouden. Water in rivieren zal namelijk minder makkelijk op een natuurlijke wijze naar zee stromen. De zeespiegelstijging leidt bovendien tot een toename van de indringing van zoutwater in de benedenrivieren.
Integrale aanpak (IRM)
Het toekomstbestendig maken van het rivierengebied vraagt om een integrale aanpak. Een aanpak waarmee ook bij extreem hoge of lage waterstanden de vijf rivierfuncties zo veel mogelijk worden bediend: waterveiligheid, natuur en waterkwaliteit, bevaarbaarheid, zoetwaterbeschikbaarheid en regionale (economische) ontwikkeling en ruimtelijke kwaliteit.
De komende decennia werken de Deltaprogramma’s Maas en Rijn aan de diverse opgaven. Binnen het Programma Integraal Riviermanagement (IRM) werken beide regionale rivierenprogramma’s mee aan een toekomstbestendige inrichting van het riviersysteem. Daarvoor is binnen IRM nieuw rivierenbeleid ontwikkeld voor de rivierbodemligging en sedimenthuishouding (de deeltjes die afgezet worden op een andere plek door erosie) én de afvoer(bergings)capaciteit. Dit om alle rivierfuncties ook in de toekomst zo goed mogelijk te blijven bedienen. De kern van het programma IRM is integraliteit: alleen als we de opgaven in samenhang bezien, kunnen we onze opgaven realiseren in de schaars beschikbare ruimte.
Zo zijn er bijvoorbeeld samenhangende keuzes nodig over de afvoerverdeling over de Rijntakken bij hoogwater én bij laagwater. Ook onderzoekt IRM welke buiten- en binnendijkse ruimte nodig is voor waterafvoer en -berging.
Het Rijk is verantwoordelijk voor een toekomstbestendige inrichting van het riviersysteem, zonder de effecten daarvan af te wentelen op de toekomst. Daarom wordt er binnen IRM voor gezorgd dat buitendijks gebied niet permanent wordt ingenomen door activiteiten die ook binnendijks kunnen plaatsvinden. Bovendien legt IRM in binnendijks gebied ruimtelijke reserveringen vast voor toekomstige dijkversterking en/of rivierverruiming.
Eerste herijking van de voorkeursstrategieën Deltaprogramma’s Rijn en Maas
IRM is natuurlijk niet de eerste stap in de ontwikkeling en het beheer van het rivierengebied. Het werk aan onze rivieren staat nooit stil. IRM is daarom een logische doorontwikkeling, volgend op programma's, zoals ‘Ruimte voor de River’ en ‘Maaswerken’, complementair aan bestaande programma’s als het Hoogwaterbeschermingsprogramma en uitvoeringsgericht op basis van nationaal en internationaal beleid, zoals het Nationaal Waterprogramma.
De ecologische systeemopgave van de Programmatische Aanpak Grote Wateren (PAGW) voor het Maas- en Rijngebied wordt meegenomen in het Programma onder de Omgevingswet voor IRM.
IRM is bovendien de eerste herijking van de voorkeursstrategieën Rijn en Maas van het Nationaal Deltaprogramma. Voor het Maas- en Rijngebied geeft het programma invulling aan de in november 2022 gepresenteerde beleidslijn van het kabinet om water en bodem sturend te laten zijn bij de inrichting van ons land.
Tweede herijking van de voorkeursstrategieën Deltaprogramma’s Rijn en Maas
IRM levert input voor de tweede herijking van de deltabeslissingen in 2026 en werkt daarbij samen met andere deltaprogramma’s, zoals die voor het IJsselmeergebied, de Zuidwestelijke Delta, Rijnmond-Drechtsteden en Zoetwater. IRM loopt in de pas met het Deltaprogramma en herijkt zijn programma ook elke zes jaar.
IRM is vanaf 2021 stap voor stap tot stand gekomen. In diezelfde periode hebben de partijen ervaring opgedaan met de integrale werkwijze in IRM-pilots. IRM wordt vastgelegd in een Programma onder de Omgevingswet (POW-IRM), dat de visie op het gebied beschrijft, beleidskeuzes maakt over de toekomstige afvoercapaciteit en rivierbodemligging, en samenwerkingsafspraken maakt. Ook wordt in het POW-IRM aangegeven in welke gebieden de eerste gebiedsuitwerkingen zullen plaatsvinden en welke verdere onderzoeken worden gedaan. In het voorjaar van 2023 is het Ontwerp Programma IRM gepubliceerd. Naar verwachting wordt het Programma IRM in het najaar van 2024 definitief vastgesteld.
In de ontwikkeling van IRM vindt voortdurend afstemming plaats met andere ontwikkelingen in het rivierengebied.
Meer weten?
Kijk op de website voor meer informatie over IRM: www.bouwplaatsirm.nl. Hier kun je je ook aanmelden voor de nieuwsbrief van IRM.
Heb je vragen? Mail dan naar info@bouwplaatsirm.nl