Rivier Rijn
Met het Deltaprogramma bereidt de overheid Nederland voor op de gevolgen van klimaatverandering. De nieuwe klimaatscenario’s (2023) laten zien dat de Rijn steeds grotere hoeveelheden water moet kunnen afvoeren, maar ook vaker te maken krijgt met extreem lage afvoeren. Daarnaast hebben ongelijkmatige veranderingen van de bodemligging effect op de bevaarbaarheid, watervoorziening (via de afvoerverdeling) en natuur. In de toekomst kan door de zeespiegelstijging zoutwater steeds verder binnendringen en zorgen voor verzilting van de benedenrivieren. Een integrale aanpak van deze opgaven is noodzakelijk.
(Integrale) opgaven voor het rivierengebied
Deltaprogramma Rijn werkt de komende decennia aan een toekomstbestendig en meervoudig bruikbaar Rijngebied. Onder andere via het programma Integraal Riviermanagement (IRM), dat een toekomstbestendige inrichting van het riviersysteem in 2050 als doel heeft. Met nieuw rivierenbeleid voor bodemligging en sedimenthuishouding en afvoer(bergings)capaciteit zorgen we ervoor dat alle rivierfuncties (scheepvaart, zoetwater, waterveiligheid, natuur en ruimtelijke- en economische ontwikkeling) ook in de toekomst zo goed mogelijk bediend blijven worden.
IRM zoekt integrale oplossingen voor bestaande knelpunten in het rivierengebied en anticipeert op toekomstige ontwikkelingen, zoals klimaatverandering.
Nieuw rivierenbeleid en Voorkeursstrategie Rijn
Het Programma IRM is een adaptief programma met diverse ingrepen, onderzoeken en processen tot 2050 en met een doorkijk naar 2100. De eerste stap in de ontwikkeling van IRM is een Programma onder de Omgevingswet met nieuw rivierenbeleid voor bodemligging en sedimenthuishouding en afvoer(bergings)capaciteit. Met een indicatie van de ruimte die nodig is voor het uitvoeren van dit beleid. Vaststelling van het definitieve programma IRM is voorzien in de zomer van 2024.
In 2026 levert IRM resultaten op ten behoeve van de herijking van de Deltabeslissing Rijn-Maasdelta en de Voorkeursstrategieën Rijn en Maas van het Nationaal Deltaprogramma. Hieronder vallen in ieder geval concreter uitgewerkte beleidskeuzes voor bodemligging en afvoer(bergings)capaciteit en een beeld van de benodigde ruimte voor het uitvoeren van het nieuwe beleid (lees hier meer). De nationale beleidskeuzes worden eind 2027 ook vastgelegd in het Nationaal Waterprogramma 2028-2033.
Hoogwaterstanden omlaag, laagwaterstanden omhoog
In het Programma IRM is de beleidskeuze gemaakt om het dalen van de rivierbodem in de Rijn te stoppen en de bodem in het splitsingspuntengebied waar mogelijk en nodig omhoog te brengen. Een dalende rivierbodem betekent immers lagere rivierwaterstanden, lagere grondwaterstanden en daarmee verdroging van het rivierengebied. Dat is slecht voor de natuur, landbouw en bebouwing. Omdat de rivierbodem niet overal even snel daalt, ontstaan lokale ondieptes en neemt de vaardiepte af. Daar heeft de scheepvaart last van.
Door de dalende rivierbodem verandert ook de verdeling van water over de Rijntakken: bij laagwater gaat er steeds minder water naar de IJssel en meer water naar de Waal. Daardoor gaat er geleidelijk steeds minder water naar het IJsselmeer, een belangrijke zoetwaterbuffer voor Noord-Nederland. Het stoppen van de bodemerosie stopt deze trend. Als we de bodem in het splitsingspuntengebied omhoog brengen, wordt de al opgetreden verandering deels ongedaan gemaakt.
In 2025 en 2026 werken het Deltaprogramma Zoetwater en IRM – in afstemming met de Deltaprogramma’s Maas en Rijn, Rijnmond-Drechtsteden, IJsselmeergebied, Zuidwestelijke Delta – aan een voorstel voor de landelijke afvoerverdeling van de rivieren bij laagwater.
Voor de toekomst is het belangrijk dat de rivieren meer water kunnen afvoeren bij extreem hoogwater. De komende jaren wordt nader onderzoek gedaan naar de benodigde afvoer- en bergingscapaciteit en de benodigde ruimte die beoogde maatregelen vragen.
Meervoudig ruimtegebruik en hoogwaterveiligheid
Vanwege de veelheid van wensen en ambities in het rivierengebied moet voldoende ruimte beschikbaar blijven voor de diverse opgaven. Tegelijk is het nodig om keuzes te maken en in te zetten op meervoudig ruimtegebruik. Dit vraagt om een integrale aanpak en maatregelen die niet op zichzelf staan, maar onderdeel zijn van een logisch en samenhangend geheel. Alleen met integrale afweging en samenwerking kan een toekomstbestendig riviersysteem worden ontwikkeld. IRM biedt hiervoor concrete handvatten.
IRM onderzoekt op welke wijze (andere) ruimtelijke ingrepen, zoals rivierverruiming, kunnen bijdragen aan de waterveiligheidsopgave voor en na 2050. Rivierverruiming biedt kansen om de waterstand bij piekafvoeren als gevolg van klimaatverandering voor en na 2050 te beperken. Daarnaast biedt het kansen voor de invulling van opgaven voortkomend uit natuur, zoetwaterbeschikbaarheid en scheepvaart.
Voor de Rijntakken start na het beschikbaar komen van de KNMI Klimaatscenario’s in 2023 onderzoek naar de gewenste hoogwaterverdeling na 2050. De resultaten vormen input voor (gebiedsontwikkelings)projecten in het gebied.
Meervoudig ruimtegebruik
De rivier zelf en de benodigde maatregelen vragen om ruimte. Op sommige plekken om méér ruimte dan nu in de uiterwaarden al is gereserveerd. Een eerste inschatting van de benodigde ruimte staat in het Programma IRM. Deze indicatie helpt bij het maken van ruimtelijke keuzes om een nieuwe balans te vinden in het gezamenlijk gebruik van het rivierengebied.
Uitgangspunt is dat we zo veel mogelijk recht doen aan alle rivierfuncties. Dat betekent dat riviermaatregelen goed op elkaar moeten aansluiten en waar mogelijk meerdere functies dienen. Toch moeten we gezamenlijk scherpe keuzes maken. Door de beperkte ruimte en grote opgaven in en rond het rivierengebied is niet alles overal mogelijk.
Om de benodigde ruimte voor uitvoering van het nieuwe rivierenbeleid concreter in beeld te brengen heeft het ministerie van IenW onder andere op dit punt in het voorjaar van 2024 input geleverd voor het Voorontwerp Nota Ruimte. Het voorontwerp is een eerste ruimtelijke vertaling van de opgaven voor Nederland richting 2050, met een doorkijk naar 2100.
In 2025 en 2026 wordt binnen IRM de benodigde ruimte voor de rivier verder uitgewerkt. Met daarbij in het bijzonder aandacht voor de binnendijkse ruimte die nodig is in relatie tot andere ruimtevragers. Op basis van het onderzoek kan IRM in 2026 ook duidelijkheid bieden over de huidige binnendijkse Bkl-reserveringen (Besluit kwaliteit leefomgeving).
Water en Bodem Sturend
Het kabinet heeft in november 2022 aangegeven water en bodem sturend te laten zijn voor de inrichting van ons land. Water en bodem bepalen steeds meer waar welke functie het beste past en wat er nodig is om het natuurlijk systeem in evenwicht te brengen of te houden. De wateropgave wordt daarbij steeds nadrukkelijker een ruimtelijke opgave die doorwerkt naar het landgebruik.
Werk in uitvoering
Langs de Rijntakken komen de integrale opgaven samen in vier focusprojecten: Gelderse Poort, IJssel-Vechtdelta, Havikerwaard, Beimerwaard, Fraterwaard en Olburgerwaard (HBFO) en Midden-Waal.
Langs de Rijn loopt de planuitwerking van een aantal integrale projecten, zoals Rivierklimaatpark IJsselpoort. In 2022 zijn in het kader van IRM 7 (pilot)projecten voor de Rijn aangewezen. In 2023 is uit de Programmatische Aanpak Grote Wateren (PAGW) derde tranche budget beschikbaar gekomen voor IJssel-Vechtdelta en de Gelderse Poort.
Samenwerking tussen programma’s in het rivierengebied
Het Deltaprogramma en IRM zijn niet de enige programma’s met opgaven en een ruimtevraag in het rivierengebied. Continue afstemming van raakvlakken tussen alle lopende programma’s is essentieel.
Hoogwaterbeschermingsprogramma
In het Hoogwaterbeschermingsprogramma (HWBP) staat een groot aantal dijkversterkingen gepland langs de Waal, Nederrijn-Lek en IJssel. De dijken moeten voldoen aan de veiligheidsnormen die zijn vastgesteld in 2017. Er zijn 19 dijkversterkingen in voorbereiding, 9 in uitvoering en 34 moeten nog opstarten.
Nationaal Programma Landelijk Gebied (NPLG)
Een toekomstbestendige inrichting van het riviersysteem hangt samen met de transformatie van het landelijk gebied. Door over dijken heen te denken worden relaties tussen verschillende opgaven duidelijker. Er ontstaat dan bijvoorbeeld oog voor de functionele relaties tussen onder andere lage rivierafvoeren en landbouw, via het grondwatersysteem. Het toekomstige rivierbeheer gaat meer ruimte vragen om water te bergen en af te voeren in een klimaat dat steeds extremer wordt. Vanuit IRM is de ruimtevraag voor het uitvoeren van het nieuwe rivierenbeleid ingebracht bij de provincies die hun Provinciale Programma’s Landelijk Gebied en Ruimtelijke Arrangementen vormgeven. IRM biedt, als een uitwerking van de nieuwe beleidslijn Water en Bodem Sturend, handvaten om de Ruimtelijke Arrangementen toekomstbestendig vorm te geven.
Programmatische Aanpak Grote Wateren (PAGW)
De Rijksoverheid werkt met de Programmatische Aanpak Grote Wateren (PAGW) aan toekomstbestendige grote wateren waar hoogwaardige natuur goed samengaat met een krachtige economie. Dit door de ecologische waterkwaliteit te verbeteren en de natuur te versterken. Dit vergt een voldoende veerkrachtig en toekomstbestendig rivierengebied, met een netwerk van grote en kleine natuurgebieden die onderling aan elkaar zijn verbonden. Herstel van de natuurlijke rivierdynamiek is een belangrijke voorwaarde om binnen deze gebieden voldoende natuurkwaliteit te behalen. Voor het rivierengebied stelde de PAGW een ecologische systeemopgave op. De ambities van de PAGW voor de rivieren zijn meegenomen in het programma IRM.
Actuele documenten
In het Ontwerp Programma IRM staat nieuw rivierenbeleid voor bodemligging en sedimenthuishouding en afvoer(bergings)capaciteit met een indicatie van de ruimte die nodig is voor het uitvoeren van dit beleid. Vaststelling van het definitieve Programma IRM is voorzien na de zomer van 2024.
In het PlanMER IRM zijn de milieueffecten onderzocht van het nieuwe rivierenbeleid dat in het Ontwerp Programma IRM is opgenomen.
In het Panorama Gelderse Rivieren staan alle opgaven in het Gelderse rivierengebied en de rollen van de samenwerkingspartners omschreven.
Dit onderzoeksrapport beschrijft hoe onze rivieren zich als systeem ontwikkelen. Het bevat waardevolle adviezen voor het toekomstbestendig maken van het riviersysteem. In het rapport staan de te maken keuzes duidelijk op een rij, met daarbij ook advies over de volgorde en urgentie van die keuzes. Het onderzoek is uitgevoerd in opdracht van het programma IRM is opgesteld als bouwsteen voor het Programma onder de Omgevingswet voor IRM.
Welke kansen en knelpunten leveren de ontwikkeling van onze rivieren op voor water, waterveiligheid, scheepvaart, landbouw, natuur en recreatie? Dit staat in het rapport Beeld op de Rivieren (BoR) dat in opdracht van het programma IRM is opgesteld als bouwsteen voor het Programma onder de Omgevingswet voor IRM.
Vragen?
Heb je een vraag, mail ons dan: deltaprogramma_rijn@gelderland.nl.
Of mail je vraag rechtstreeks naar één van onze programmateamleden of betrokken bestuursleden.