Ruimtelijke adaptatie

Door klimaatverandering neemt de kans op wateroverlast, hitte, droogte en overstromingen toe. Dat levert risico’s op voor onder andere economie, gezondheid en veiligheid. Het is van groot belang dat Nederland zich aanpast aan deze veranderingen. Een belangrijke manier om dat te doen is door het klimaatbestendig en waterrobuust inrichten van onze bebouwde en landelijke gebieden. In het Deltaprogramma wordt hieraan gewerkt onder de noemer ‘ruimtelijke adaptatie’. 

 De laatste jaren hebben we in heel Europa met ernstige gevolgen van weersextremen te maken gehad. Ook de nieuwste KNMI-klimaatscenario’s laten zien dat Nederland zich moet voorbereiden op toenemende weersextremen, met steeds grotere gevolgen. 

Gemeenten, waterschappen, provincies en het Rijk werken aan een klimaatbestendige en waterrobuuste inrichting van Nederland. Ruimtelijke adaptatie is de vrijblijvendheid voorbij. Verankering van doelen met bijbehorende financiering is noodzakelijk om de ambitie voor 2050 te kunnen maken. Vanuit het Deltaprogramma Ruimtelijke Adaptatie werken 45 werkregio’s aan de doelen. De meeste provincies en gemeenten werken actief aan het integreren van klimaatadaptatie in de omgevingsvisies. 

Als we niets doen, kan de schade in onze steden oplopen tot minstens 100 miljard euro in de periode tot 2050. Ook in het landelijk gebied kan veel schade ontstaan. Stortbuien en langdurige neerslag veroorzaken wateroverlast. Op andere momenten ontstaat juist droogteschade. Hitte veroorzaakt uitzettingsproblemen bij spoorwegen, bruggen en andere infrastructuur. Ook raakt hitte de gezondheid van kwetsbare mensen, zoals ouderen en jonge kinderen. Door klimaatverandering is een omslag in het denken nodig: klimaatbestendig en waterrobuust inrichten moet een vanzelfsprekend onderdeel van ruimtelijke (her)ontwikkelingen worden. 

Klimaatbestendig inrichten

Hoe klimaatbestendig de inrichting nu is, is moeilijk meetbaar. Zeker is dat we pas aan het begin staan. Voor een klimaatbestendige inrichting moeten we inzetten op drie lagen:

  • Handelen bij extremen
  • Fysieke maatregelen
  • Natuurlijk systeem benutten

Voor deze drie lagen komen concrete doelen vanuit het Deltaprogramma Ruimtelijke Adaptatie. Daarmee kunnen we ook monitoren hoe klimaatbestendig de inrichting is.
 

Deltabeslissing en Deltaplan

Ruimtelijke adaptatie is een van de drie thema’s in het Deltaprogramma. Het einddoel en de gezamenlijke ambities zijn vastgelegd in de Deltabeslissing Ruimtelijke adaptatie. De kern daarvan is dat Nederland in 2050 waterrobuust en klimaatbestendig is ingericht. Het Rijk heeft de inhoud van deze deltabeslissing en aan klimaatadaptatie gerelateerd ruimtelijk beleid vastgelegd in het Nationaal Waterprogramma (NWP), de Nationale Omgevingsvisie en de Nationale Klimaatadaptatiestrategie (NAS). De uitvoering van de deltabeslissing staat beschreven in het Deltaplan Ruimtelijke adaptatie. Het is een stapsgewijze aanpak in een cyclisch proces van risicoanalyses tot maatregelen en calamiteitenaanpak. In 2024 is een nieuwe cyclus gestart met updates van handreikingen, stresstesten, risicodialogen en uitvoeringsagenda’s. De organisatie van Deltaprogramma Ruimtelijke adaptatie wordt versterkt door in werkgroepen extra aandacht te geven aan monitoring, de Routekaart Risicodialoog en structurele financiering van maatregelen.